|
||||||||
|
Er zijn zo van die platen, die pijnlijk duidelijk maken hoezeer dit kleine landje verdeeld is. Neem nu Amorosa, een Brussels multicultureel collectief, dat vroeger door het leven ging als Rosa Quartet: de kans dat je op onze Vlaamse zenders ook maar één noot zult horen van de bijzonder fijne muziek van dit zestal, schat ik op ongeveer 0 % en dat is bepaald jammer te noemen, maar het is niet anders. Daarom dus deze enkele lijnen…. Het is allang geen geheim meer dat voor veel Bewoners van Vlaanderen, Brussel het eerste “verre buitenland” is, waar ze wel eens over horen praten, maar waar ze nooit komen. In het internationale klimaat van onze hoofdstad is het, dat Amorosa gedijt. De band is eigenlijk het geesteskind van bezielster en zangeres Stéphanie Scultore. Zelf is ze van Franse origine en ze belandde ruim tien jaar geleden in Brussel, waar ze aan een zangloopbaan werkte, middels een mix van uitingsvormen, gaande van Frans Chanson, Cubaanse muziek, Flamenco en jazz. Eén en ander bracht haar op een dag in Brazilië, waar ze helemaal “gepakt” werd door de vele muziekjes, die dat land rijk is. Een ietwat gelijklopend parcours werd afgelegd door de andere helft van het hart van de band, gitarist Matteo Carola. Hij is een geboren Brusselaar, die gediplomeerd is aan ons nationaal conservatorium en bij verschillende grote gitaristen in de leer ging. Nadat hij op een dag de cavaquinho (die kleine Braziliaanse gitaar) ontdekt had en zich daarin gaandeweg bekwaamde, ging ook hij op reis naar Brazilië olm bij de “echte” meesters in de leer te gaan en na één van die reizen sloot hij zich in Brussel aan bij wat toen nog Rosa heette en vooral samba en bossa nova speelde. Van het ene kwam het andere en Rosa werd Amorosa: zij schreef teksten, hij muziek of hij arrangeerde nummers die zij componeerde…enfin: ze vonden elkaar en vulden elkaar aan. Daar kwam in 2019 een eerste plaat van, “Chorando Sim”, waarop een mix van zelfgeschreven nummers in het Frans afgewisseld werden met bewerkingen van traditionele samba-stukken. Nu is er dus die tweede plaat en die biedt ons tien nummers (plus een heel korte hidden track, die de aanzet tot herbeluisteren vormt), die afwisselend Fran en Portugees gezongen zijn en heen en weer deinen tussen de Braziliaanse ritmes en de jazz van bij ons. De zangeres werd moeder en verloor kort daarna haar eigen mama en dat vertaalde zij in soms weemoedige, soms grappige songs, die simpelweg de samenvatting kunnen zijn van een mensenleven: mensen worden geboren of sterven en het zijn zij, die leven, die daarvan getuige kunnen zijn en bij wie die gebeurtenissen gevoelens oproepen. Die vaste, onveranderlijke cyclus vormt de kern van deze plaat: we beleven de dingen, we slaan ze op in onze herinneringen, we mijmeren erover, schrijver erover en delen ze (soms) met anderen. Dat is de kern van ons bestaan en dat heeft Amorosa bijzonder fraai begrepen en in muziek omgezet. De plaat duurt zo’n kleine drie kwartier en ze is zonder de minste twijfel erg mooi te noemen, al vraagt ze van anderstaligen wel enige inspanning. Die wordt echter onmiddellijk beloond, zodra je de titeltrack hoort, of “Il était une fois” of “Meu Menino”. Beter is het nog de hele plaat in één beurt te beluisteren, maar dan wel echt luisteren en dan ontdek je werkelijk prachtige dingen. O ja, nog één dingetje: meester-saxofonist Pierre Vaiana speelt mee op “Où es-tu?” en “Steven et l’Hirondelle”. Straf plaatje, voorwaar ! (Dani Heyvaert)
|